Er zijn verschillende manieren om de bloedglucose te meten, maar de meest voorkomende en gemakkelijkste methode is het gebruik van een glucosemeter. Hieronder wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw bloedglucose kunt meten met een glucosemeter:
-
Was uw handen grondig met warm water en zeep voordat u begint.
-
Kies de vinger waarmee u de test wilt uitvoeren. De meest gebruikte vinger is de wijsvinger, maar u kunt ook een andere vinger gebruiken.
-
Steek de naald van de lancet in de vinger en druk op de knop om een klein beetje bloed te verzamelen.
-
Plaats een druppel bloed op de teststrip die u in de glucosemeter heeft geplaatst.
-
Wacht tot de glucosemeter de bloedglucosewaarde heeft berekend. Dit duurt meestal ongeveer 5 seconden.
-
Noteer de bloedglucosewaarde en de tijd van de meting in een logboek of op een apparaat.
-
Herhaal de meting op verschillende tijdstippen van de dag, zoals voor de maaltijd en na de maaltijd, om een duidelijk beeld te krijgen van de bloedglucose waarden gedurende de dag.
-
Bespreken de resultaten met uw arts of diabetesverpleegkundige om de juiste insuline dosis of medicatie aan te passen als nodig.
Houd er rekening mee dat elke glucose meter anders werkt, dus het is belangrijk om de gebruiksaanwijzingen van uw specifieke glucosemeter te lezen voordat u begint met meten. Als u problemen heeft met het uitvoeren van de test of als de resultaten onverwacht zijn, neem dan contact op met uw arts of diabetesverpleegkundige.